Flores ontdekken per scooter

Met de bus komen we aan in het bergdorpje Ruteng. Het is al middag en bij het hostel lunchen we eerst even, uiteraard met nasi goreng.

Het klimaat in Ruteng is direct anders. Koeler, zelfs met een lange broek en twee vestjes is het soms wat fris. Bewolkt, maar als de zon doorbreekt zelfs in een t-shirtje te warm. Na de lunch regelen we een scooter om de omgeving te verkennen, maar dit lijkt nog lastiger dan gedacht. Op de ene plek zijn ze allemaal verhuurd, op een andere plek zijn ze kapot. De minuten vliegen voorbij, en nog steeds geen scooter. Uiteindelijk belanden we bij een kopi shop (koffietentje) en de eigenaresse belt haar zoon. Tien minuten later staat hij op de stoep en we kunnen zijn scooter 24 uur huren, perfect.

We rijden naar een viewpoint waar we uitkijken over rijstvelden in de vorm van een spinnenweb. Dit moet een must see zijn, maar door de doffe kleuren en de bewolking valt het ons wat tegen.

We genoten meer van de weg ernaartoe. Samen rijden door de dorpjes, en de prachtige natuur die Flores rijk is. Want eerlijk is eerlijk: Flores staat nu al in de top 3 van mooist bezochte plekken. De natuur is zo authentiek. De mensen zijn zo vriendelijk, oprecht geïnteresseerd, en hun levens zijn zo anders dan die van ons. We vallen van de ene verbazing in de andere: bij elk huis ligt bijna wel een graf, kinderen spelen erop of omheen. Mensen zijn veel buiten, zitten voor hun huis een beetje om zich heen te kijken.

Op de terugweg van het viewpoint stoppen we in een dorpje om te kijken bij een plaatselijk volleybalwedstrijdje. Als één local ons ‘ontdekt’, draaien direct (zonder overdrijven) 50 hoofden onze kant op. Er wordt gezwaaid, gelachen, begroet en mensen komen naar ons toe.

Er wordt een vragenvuur op ons afgeschoten: Waar we vandaan komen, wat we hier doen, waar we naar toe gaan. Pim krijgt nog een compliment van een 25-jarige jongen: “I like your nose”. Als na tien minuten de wedstrijd weer gestart wordt en de aandacht op ons een beetje verdwijnt, nodigt een jongen ons uit om bij hem thuis koffie te drinken. “Waarom ook niet?”, zeggen we tegen elkaar en we lopen met hem mee. De hele familie wordt opgetrommeld, tantes, ooms, zussen, oma’s, opa’s, iedereen komt ons een hand geven. Als we op de bank aan de koffie zitten, zie ik kinderen van buiten naar binnen gluren. Als onze blikken elkaar kruizen, giechelen ze en rennen weg. Ook hier gaat het vragenvuur verder, we laten foto’s zien en in gebrekkig Engels hebben we een leuk gesprek.

Na een tijdje stelt de jongen voor om een traditioneel dorp te bekijken. Lijkt ons leuk. We hebben er veel over gehoord, en besluiten met ze mee te lopen. De heuvel op, van de geasfalteerde weg af. We lopen een stukje historie binnen. Voordat we het dorp in mogen, wordt de leider/het opperhoofd/de grootmeester van het dorp erbij gehaald en gevraagd of we naar binnen mogen. We mogen niet voor hem lopen, en met stiekem oogcontact merken we dat we allebei hetzelfde denken. We mogen foto’s maken als we dat willen, maar dat kost 7 euro. Bij elke foto kruipt de grootmeester van het dorp op de foto, we nemen het maar voor lief..

Het dorp is inderdaad traditioneel, ze zijn er trots op, maar voor ons gevoel is het nagebouwd (deze gedachte wordt bevestigd als we later een ander traditioneel dorpje bezoeken). Voor zonsondergang lopen we terug. De jongen waarmee we liepen biedt ons nog avondeten, alcohol en een slaapplek aan, maar we besluiten terug te gaan. Onze spullen staan al in het hotel. De jongen biedt zelfs aan om morgen te spijbelen van school om ons de omgeving te laten zien. Ook dat gaat ons wat ver ;-).

Het eiland per scooter ontdekken, vinden we nog het fijnst. Vandaag brengen we dan ook heel wat uurtjes rond op de scooter, tussen de rijstvelden, van viewpoint naar viewpoint, tussen de dorpjes en locals. Voor het eerste viewpoint moeten we flink klimmen, de scooter kan het net aan.

Daarna rijden we door de prachtige natuur die dit eiland rijk is. De vele “oh’s” en “ah’s” worden afgewisseld met “zie je dat?” en “ik krijg dit echt niet zo mooi op de foto”. We stoppen veel onderweg, praten met locals en slaan zijweggetjes in.

Het volgende punt is Ranamese Lake. We komen aan bij de entree en worden hier weer geconfronteerd met de rare prijsregelingen. Een local betaalt 30 eurocent entree, een buitenlandse toerist 7 euro. We weigeren, belachelijk. Dit gaat ons te ver. Uit principe rijden we weg. “We googelen de foto’s wel”, zeggen we nog geinend als we wegrijden. Als we terugrijden, vinden we bij toeval een uitzichtpunt over ditzelfde lake. Goede keuze gemaakt.

Eenmaal terug in Ruteng regelen we vervoer naar Bajawa. Onze chauffeur kiest duidelijk voor de
“Race” modus en brengt ons (met gevaar voor eigen leven) naar Bajawa. We komen laat aan, kunnen gelukkig nog een hostel regelen en vallen vrij snel in slaap. De volgende dag huren we weer een scooter en vandaag gaan we iets doen wat we deze reis nog niet hebben gedaan: zwemmen in een hot spring. In bikini zwemmen is hier not done, dus ik ga gekleed in een T-shirtje en een zwembroek van Pim, prima! We kleden ons om bij iemand thuis, de mensen zijn hier zo gastvrij en behulpzaam en we genieten van het warme water.

Na deze ‘sauna’ vertrekken we verder met de scooter en bezoeken diverse bergdorpjes. Ook een traditioneel dorp (nu wel een echte!) met uitzicht op Mount Inerie. Bij Pim kriebelt het om deze te beklimmen. De klim duurt vier uur, schijnt fysiek erg zwaar te zijn (de berg is als een driehoek) en Pim heeft zin in een uitdaging.

Terug in Bajawa regelen we een gids en Pim kan vannacht om 03.00u vertrekken. Een korte nacht, maar zeker de moeite waard. Ook deze berg beklimt hij in een recordtijd. Ik denk dat meneer Heinen hier een nieuwe hobby te pakken heeft ;-).

Na Bajawa rijden we via Ende naar Moni.

Met de lokale bus (iets teveel mensen, iets te harde muziek en mensen die tegen ons aan in slaap vallen). Zes uur later komen we aan. In Bajawa werd ons gezegd dat we in Ende de bus naar Moni kunnen pakken, alleen rijdt deze niet meer. Lekker dan!

Na een aantal locals gesproken te hebben, hebben we eindelijk een transfer weten te regelen. Een mini busje. We moeten alleen 20 minuten wachten, want de chauffeur is aan het bidden in de kerk. Na 20 minuten vertrekt ons busje. Na twee minuten stopt ‘ie. Of we over willen stappen op een pick up. De tocht duurt twee uur, en wij denken eerst dat we voorin kunnen zitten. Alleen die is al bezet door de moeder van de chauffeur. We eindigen in de laadbak.. hoe we in sommige situaties belanden is ons soms echt een raadsel. In het donker komen we aan in Moni.

De volgende ochtend vertrekken we naar Kelimutu met de scooter.

Wauw, wauw, wauw. Ik sta drie minuten met open mond te kijken naar de felblauwe substantie in de vulkaan. Ik kan mijn ogen niet geloven. Even voor de duidelijkheid: onderstaande foto’s zijn niet bewerkt 🙂

Daarna is het tijd voor onze volgende bestemming op Flores: Maumere. Met vier Franse vrienden, die we al eerder hadden ontmoet, nemen we een taxi busje en een hotelovernachting. Tot snel!

9 comments on “Flores ontdekken per scooter”

  1. Wauw Jasmijn, wat een fantastische avonturen! Je straalt, fijn om je zo gelukkig te zien! 🙂
    Geniet van al het moois, you’re living the dream!

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *